Een veilig gevoel
Hoe kunnen mensen die voorheen redelijk functioneerden in de maatschappij opeens een gevaar vormen voor zichzelf en hun omgeving? Dat vroeg Thessa zich af tijdens haar stage bij het Huis van Bewaring in Amsterdam. Ze had veel interesse in werken met gedetineerden en studeerde zo’n twintig jaar geleden af met een onderzoek naar suïcidaal gedrag van mensen in detentie. Daarna mocht ze vanuit haar werkplek bij de Dienst Justitiële Inrichtingen de opleiding tot gz-psycholoog volgen: een mooie kans. “Mijn vader is ook psycholoog en moest er even aan wennen dat ik met gedetineerden ging werken. Al snel merkte ook hij dat veiligheid hier voorop staat. Niet alleen door alle protocollen en maatregelen, maar ook door naar mijn gevoel te luisteren en goed te communiceren met collega’s, voorkom ik risico’s. Binnen de veiligheidskaders werken we bij de penitentiaire inrichting Lelystad erg zorggericht. Collega’s van de afdelingen en in de directie staan ervoor open om de zorg en veiligheid hand in hand te laten gaan. Mede daardoor werk ik hier al zo’n zes jaar met veel plezier.”
Diverse doelgroepen
In de penitentiaire inrichting Lelystad verblijven meer dan 600 volwassen mannen. Er zijn plekken voor arrestanten, gedetineerden en voor mensen in het Huis van Bewaring. “De verschillende doelgroepen met ieder hun eigen kenmerkende problematieken, maken mijn werk veelzijdig”, zegt Thessa. “Ik begeleid mensen met diverse zorgvragen en achtergronden. In het Huis van Bewaring verblijven mannen in voorarrest. Deze situatie zorgt vaak voor onzekerheid en specifieke klachten, zoals piekeren, somberheid en angst. In de gevangenis weten mensen waar ze aan toe zijn en hebben we hun mentale welzijn al duidelijker in beeld. Hier spelen minder acute klachten en bekijken we of er nog ernstige psychiatrische ziektebeelden zijn. De arrestanten zitten oude straffen uit en leven in het meest beperkte regime. De uitdaging bij deze doelgroep is dat ze zich vaak zorgmijdend opstellen.”
Verschillende problematieken
In tegenstelling tot de reguliere ggz met veelal verschillende poli’s, komen in de gevangenis veel soorten problematieken samen. “Enerzijds zie ik veel mensen met persoonlijkheidsstoornissen uit cluster B, waaronder antisociaal en narcistisch gedrag, en borderline. Anderzijds zie ik regelmatig mannen met psychiatrische klachten, zoals een psychose, depressie of angststoornis. Ook spreek ik mannen die verslaafd zijn aan. Aan mij de taak om in te schatten wat er precies speelt en hoe we iemand daar het best bij kunnen helpen.”
Ik achterhaal wat er aan de hand is en beslis of we meteen in actie moeten komen.
Achterhalen, begeleiden en adviseren
Gedetineerden kunnen geen rechtstreeks beroep doen op psychologische hulp. Dit gaat via de medische dienst -een verpleegkundige- of het afdelingshoofd. Thessa: “Wanneer collega’s vragen hebben, nemen ze contact met me op. Als een gedetineerde bijvoorbeeld aangeeft dat hij somber is en niet kan slapen door gedachten aan zijn trauma’s, ga ik met hem in gesprek. Ik achterhaal wat er aan de hand is en beslis of we meteen in actie moeten komen. Ook wanneer iemand verward binnenkomt, onderzoek ik of er sprake is van psychiatrische klachten en adviseer ik of hij beter op de afdeling of onder toezicht in isolatie kan verblijven. Ik ben er dus vooral om mensen te begeleiden en collega’s te adviseren. Daarnaast voer ik onder andere vervolggesprekken en geef ik consulten. Met als doel: gedetineerden stabiliseren.”
Multidisciplinair samenwerken
Ondanks dat ik zelfstandig werk, voel ik me onderdeel van de penitentiaire inrichting Lelystad,” stelt Thessa. “Ik coördineer de zorgvragen en betrek de mening van mijn collega’s bij het formuleren van adviezen. Voordat ik met iemand in gesprek ga, vraag ik collega’s op de afdeling naar hun ervaringen met deze persoon. Zij zien de gedetineerden namelijk de hele dag. Na gespreksvoering met de gedetineerde deel ik de essentiële informatie met het betrokken team en adviseer ik hen over de beste manier van omgang. Zo merk je op de werkvloer bijvoorbeeld niet altijd of iemand een lichtverstandelijke beperking heeft. Wanneer ik deze diagnose stel, adviseer ik het team om de gedetineerde rustig en in duidelijke taal aan te spreken. Zo begrijpt hij beter waar hij aan toe is, dat geeft rust. Door goed samen te werken, kunnen we de veiligheid optimaal borgen. Ook leid ik regelmatig het zorgoverleg met een huisarts, psychiater, verpleegkundige en doorzorgfunctionaris. We bespreken alle zorgverzoeken en analyseren medische dossiers. Zo leren we veel van elkaars expertise. Doordat ik nauw contact heb met de afdelingen en begrijp hoe teamprocessen werken, zorg ik dat beslissingen uit dit overleg tot uitvoering komen. Ik ben ook trots op de samenwerking met mijn collega-psychologen. We overleggen veel en denken met elkaar mee.